In De bus uit Mostar reconstrueren GerBen van ’t Hek en Rens Lieman het verhaal van jonge gevluchte meiden uit Mostar. Het geeft de recente geschiedenis van het voormalig Joegoslavië na Tito een menselijk gezicht.
De Bus uit Mostar is geschreven door GerBen van ’t Hek en Rens Lieman. Het verhaal begint in mei 1992 als een groep jonge handbalsters in Mostar in de spelersbus stappen. Zij denken dat zij een toernooi in Nederland gaan spelen, maar in werkelijkheid is het een gevaarlijke vlucht.
Eenmaal in Nederland valt het contact met thuis weg. Terugkeren naar Mostar kan niet. Daar komen familie, vrienden en buren steeds meer tegenover elkaar te staan in een etnisch gemotiveerde oorlog. In het Noord-Hollandse Oosterblokker klampen de jonge handbalsters zich met al hun verschillende etniciteiten stevig aan elkaar vast.
Ze groeien op in gastgezinnen. Weken worden maanden. Maanden worden jaren. Kunnen ze ooit nog terug naar huis?
In De bus uit Mostar reconstrueren GerBen van ’t Hek en Rens Lieman hun verhaal, dat de recente geschiedenis van het voormalig Joegoslavië na Tito een menselijk gezicht geeft.
Maarschalk Tito - President Josip Broz - was 35 jaar lang de absolute heerser in Joegoslavië. Joegoslavië bestond uit deelrepublieken en diverse bevolkingsgroepen.
1980Op 28 juni 1989 wist Milošević, tijdens een herdenkingstoespraak van de Slag op het Merelveld tegen de Turken (1389), de nationalistische gevoelens fel aan te wakkeren. Op verscheidene plaatsen waren er steunbetogingen voor Milošević. Bijna 3 miljoen Serviërs (een derde van de bevolking) nam eraan deel. Nooit kreeg een Servisch leider zo'n massale steun. Dat jaar werd hij president van de Socialistische Republiek Servië (vanaf 1991: Servië). In 1990 verlieten de Sloveense en Kroatische leden van de federale Communistenbond het Congres, de republiek Joegoslavië stond op het punt te imploderen.
1989Het Servisch nationalisme van Milošević en het einde van de autonomie van Kosovo en Vojvodina leidde tot grote onrust in Slovenië en Kroatië. Beide deelstaten besloten zich onafhankelijk te verklaren van Joegoslavië. Nog diezelfde dag besloot het Joegoslavische leger Slovenië binnen te vallen. Tien dagen later trok Joegoslavië zich, vanwege het grote verzet waar het nationale leger op stuitte, weer terug.
1991In vergelijking met Slovenië was Kroatië van veel groter belang voor Servië, omdat daar veel meer Serviërs woonden. Nog voor Kroatië zich onafhankelijk had verklaard, maakten de Kroatische Serviërs bekend dat zij zich af wilden scheiden van Kroatië. Kroatië werd in 1991 binnengevallen door het Joegoslavische leger dat aangesloten waren bij de Servische Kroaten. De oorlog escaleerde snel.
1991Onder druk van de Verenigde Naties kwam het op 2 januari 1992 tot een staakt-het-vuren en een vredesverdrag. De onafhankelijkheid van Kroatië werd hiermee internationaal erkend, maar de Servische Kroaten behielden het veroverde territorium en verenigden zich daar in de ‘Republiek van Servisch Krajina’.
1992In 1992 belegden de Bosnische Serviërs, met steun van Servië, Sarajevo (de hoofdstad van Bosnië). Hierbij stuitten zij op verzet van Bosnische Kroaten en de overwegend Islamitische Bosniakken. Hun verzet was succesvol, maar in een tweede oorlog keerden de Bosnische Kroaten zich ook tegen de Bosniakken, in de hoop zelf zoveel mogelijk Bosnisch grondgebied te kunnen veroveren. Beide Bosnische oorlogen werden het toneel van grootschalige etnische zuiveringen, waarbij tienduizenden mensen om het leven kwamen.
1992Na de val van Srebrenica en een bombardement op een markt in Sarajevo greep de internationale gemeenschap in. Na een reeks luchtaanvallen van de NAVO werd er in 1995 vrede gesloten met het Verdrag van Dayton.
1995Hoewel Joegoslavië inmiddels grotendeels uit elkaar was gevallen, duurde de Joegoslavische Burgeroorlog nog steeds voort. In 1996 ontstond er namelijk onrust in Kosovo, waar het Albanese ‘Bevrijdingsleger van Kosovo’ (UCK) regelmatig aanslagen pleegde op Servische doelwitten.
1996Aanvankelijk werd de UCK door Westerse landen beschouwd als een terroristische organisatie, maar na een escalatie van het conflict en hard ingrijpen van de Serviërs veranderde de beeldvorming in het Westen. In 1999 ging de NAVO opnieuw over op luchtbombardementen en werd het Servische leger teruggedrongen uit Kosovo.
1999De Bus uit Mostar is geschreven door GerBen van ’t Hek en Rens Lieman. Het verhaal begint in mei 1992 als een groep jonge handbalsters in Mostar in de spelersbus stappen. Zij denken dat zij een toernooi in Nederland gaan spelen, maar in werkelijkheid is het een gevaarlijke vlucht.
Eenmaal in Nederland valt het contact met thuis weg. Terugkeren naar Mostar kan niet. Daar komen familie, vrienden en buren steeds meer tegenover elkaar te staan in een etnisch gemotiveerde oorlog. In het Noord-Hollandse Oosterblokker klampen de jonge handbalsters zich met al hun verschillende etniciteiten stevig aan elkaar vast.
Ze groeien op in gastgezinnen. Weken worden maanden. Maanden worden jaren. Kunnen ze ooit nog terug naar huis?