Johanna Leijtens

Het verhaal van Johanna Leijtens is lastig. Kunnen we haar de daden waar ze beschuldigd van wordt aanrekenen of niet? Ze handelde uit grote zorgen om haar man. Daarnaast had ze niet het cognitieve vermogen om de consequenties van haar acties in te zien.

Jeugd

Johanna Pieternella Leijtens werd op 25 januari 1900 geboren in Baardwijk. Ze groeide op in een gezin van zeven kinderen en kreeg weinig onderwijs. Doordat ze laaggeschoold was kon ze nauwelijks lezen en schrijven. Ze besloot om in een mandenmakerij aan de slag te gaan. Op 23 jarige leeftijd trouwde Johanna en ze kreeg drie kinderen. Haar echtgenoot overleed echter in 1935 en ze hertrouwde vrij snel daarna met NSB’er Cornelis van Gijzel. Cornelis werkte voor de Wehrmacht en later voor de Landwacht.

Verraad

Cornelis van Gijzel werd rond Dolle Dinsdag opgepakt door het verzet en vervolgens opgesloten in een boerderij. Dit liet Johanna niet gebeuren. Ze besloot met haar inwonende nichtje Huiberdina naar de burgemeester Moonen van Waalwijk te gaan. Bij de burgemeester aangekomen vroegen ze waar Cornelis en de verloofde van Huiberdina waren gebleven. De burgemeester wist van niets en kon ze niet verder helpen. Johanna besloot naar een SS’er te gaan, die hen meenam naar de commandant. Johanna vertelde hem dat ene Vincent Hoffmans betrokken was bij de actie van het verzet. Het resultaat hiervan was dat de burgemeester en de gebroeders Hoffman werden opgepakt.

De burgemeester en de gebroeders Hoffman zouden worden doodgeschoten wanneer de echte dader zich na tweeënhalf uur nog niet gemeld zou hebben. De waarheid kwam echter niet boven tafel en zo verstreek het ultimatum. De mannen werden meegenomen naar de achterkant van het raadhuis van Waalwijk. Hier werden de burgemeester en Joop Hoffman doodgeschoten. Vincent Hoffman slaagde er ondanks dat hij werd geraakt om te ontsnappen. Hij belandde in het ziekenhuis, maar werd succesvol geopereerd en overleefde het accident. Pas later kwam boven tafel dat de gebroeders Hoffman en de burgemeester niets met de zaak te maken hadden.

Uiteindelijk werd Johanna ook opgepakt na een vluchtpoging richting Duitsland. Na de capitulatie van Duitsland werden Johanna en haar man teruggestuurd naar Nederland. Hier werden zij op 17 Mei 1945 in Waalwijk opgepakt en vastgezet.

Veroordeling

Johanna moest zich op 27 augustus 1946 verantwoorden voor het Bijzonder Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Ze werd beschuldigd van het blootstellen van personen aan vervolging met zwaar lichamelijk letsel en zelfs de dood als gevolg. Het Bijzonder Gerechtshof ’s-Hertogenbosch veroordeelde Johanna tot een gevangenisstraf van twintig jaar en levenslange ontzetting uit de kiesrechten. Huiberdina kreeg een lichtere straf, omdat ze net 21 jaar oud was en Johanna de leiding had.

Johanna werd op 15 januari 1954 voorwaardelijk in vrijheid gesteld, maar kwam onder toezicht van de reclassering te staan. Een van de voorwaarden was dat ze bij haar echtgenoot in IJsselmonde moest intrekken. Hier overleed ze op 5 oktober 1960.

Insert Image