In de middeleeuwen bepaalde de eigen stad je identiteit, niet de heerlijkheid, het graafschap of de baronie. Laat staan de natie, want dat werd pas eeuwen later bedacht. Men was trots op de eigen stad, en graag beschreven de historici van toen de wapenfeiten van hun plaats. Henk ‘t Jong uit Dordrecht is de geschiedschrijver van nu over het Dordrecht van toen.
Vandaag verschijnt De oudste stad van Holland van Henk ’t Jong. Niet enkel voor Dordtenaren, maar voor ieder die geïnteresseerd is in stadsgeschiedenis.
In De oudste stad van Holland neemt historicus Henk ’t Jong ons mee naar het ontstaan en de eerste bloeitijd van Dordrecht. Na de ontginningen in het begin van de elfde eeuw en de stormvloeden in de twaalfde eeuw ontwikkelde de nederzetting zich tot een handelsplaats. De Hollandse graven kenden stadsrechten toe in ruil voor tweederde van de geïnde boeten en een vast bedrag per jaar. Vanaf 1220 kon Dordrecht haar eigen wetten maken en kreeg het speciale voorrechten. Daardoor groeide de bevolking en werd het de grootste stad van Holland. Dordrecht viert in 2020 dat zij 800 jaar stadsrechten bezit, een mooi moment om terug te kijken. In De oudste stad van Holland laat Henk ’t Jong zien hoe de stad zich ontwikkelde van kleine handelsplaats tot de grootste stad van Holland.