Nieuw: De Inname van Tienen, 1635

De Inname van Tienen van Staf Thomas is vanaf vandaag verkrijgbaar in de (online) boekhandel! Staf Thomas beschrijft de belegering van de stad Tienen door de Fransen en de Nederlanders in 1635.

Over het boek

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog wilden de Franse kardinaal Richelieu en de Oranjeprins Frederik Hendrik de Zuidelijke Nederlanden veroveren op Spanje en onderling verdelen. Om dat te realiseren, moesten ze langs Tienen, een stad in het hertogdom Brabant op de grens met het prinsdom Luik.

In juni 1635 trokken Frederik Hendrik en twee Franse maarschalken met een leger van vijftigduizend soldaten op naar Brussel en belegerden Tienen. Tot hun frustratie gaf de stad zich niet snel genoeg over. De belegeraars namen op gruwelijke wijze wraak op de bevolking. De stad werd geplunderd, de bevelhebbers lieten het begaan. Door een onverwachte stadsbrand ging de stad in vlammen op.

Staf Thomas reconstrueert deze heftige confrontatie tussen de Nederlanden. Daarvoor heeft hij gebruikgemaakt van veel primaire bronnen, zoals de unieke pamfletliteratuur uit die tijd. Het boek is voorzien van bijna tachtig afbeeldingen.

https://www.boekenwereld.com/arnout-van-cruyningen-de-koning-van-hispanje-9789401916431

 

Lees een fragment

De Inname van Tienen, door vroegere geschiedschrijvers ook wel de ‘Tiense furie’ genoemd, blijft tot op heden een fascinerend stuk stadsgeschiedenis. De ligging op de grens van het hertogdom Brabant met het prinsbisdom Luik maakte de stad tot een gemakkelijk doelwit voor troepen uit de Verenigde Provinciën. Vanuit Maastricht konden zij immers, grotendeels beschermd door het neutrale Luik, tot vlak voor de stad naderen. Zo was Tienen letterlijk de toegangspoort tot de Spaanse Nederlanden en de directste weg naar Leuven en Brussel. Om het verhaal beter te begrijpen is enige voorkennis belangrijk. Het ontstaan van de stad kan niet losgekoppeld worden van haar specifieke ligging. Tienen lag en ligt nog steeds op een bodemgrens die grosso modo samenvalt met de loop van de Grote en de Kleine Gete. Hierdoor ontwikkelde de stad zich door de eeuwen heen tot een regionaal handelscentrum. Ze werd de draaischijf in de handel tussen de producten van de kleinschalige veeteelt uit het Hageland en de opbrengsten van de akkerbouw uit Haspengouw. In Brabant groeide de stad uit tot een belangrijke opslagplaats van granen. Bovendien lag Tienen tot aan de Franse Revolutie op de grens met het prinsbisdom Luik, dat deels ontsnapte aan de inmenging vanuit Brussel. Deze grenssituatie werd nog versterkt door de aanwezigheid van de Nederlands-Franse taalgrens.

De opgang van de middeleeuwse stad werd afgeremd door de stichting van ’s-Hertogenbosch en de opgang van Antwerpen. Hierdoor boette Tienen sterk aan belang in en moest zij zich tevredenstellen met een regionale rol die niet verder reikte dan de omliggende steden Diest, Aarschot, Zoutleeuw, Landen en het Franstalige Jodoigne (Geldenaken). Sinds het begin van de zestiende eeuw, na de plundering door de hertog van Gelre, kwam Tienen terecht in een neerwaartse spiraal waaraan pas in de negentiende eeuw een voorlopig einde kwam. De Tachtigjarige Oorlog luidde een tijd in van grote onzekerheden, veroorzaakt door militaire operaties, oplaaiende pestepidemieën en hongercrisissen


Wil jij ook wekelijks nieuws ontvangen over onder andere nieuwe geschiedenisboeken en acties? Meld je dan nu aan voor onze nieuwsbrief!