Het allernieuwste boek van Adrian Goldsworthy: Philippus en Alexander. Wereldveroveraars uit Macedonië. is nu beschikbaar in de (online) boekhandel! Er zijn weinig historische figuren die zo tot de verbeelding spreken als Alexander de Grote. Vanaf het moment dat hij Azië binnenviel in 334 v.Chr. tot zijn dood in 323 breidde hij de Hellenistische cultuur uit van Griekenland in het westen tot Klein-Azië, de Levant, Egypte, Centraal-Azië en Pakistan en Kasjmir in het oosten. Hij veroverde een rijk zonder weerga, ook al was het van korte duur. Maar hij had nooit kunnen bereiken wat hij deed zonder de prestaties van zijn vader, Philippus II.
Tegen het eind van zijn korte leven had Alexander de Grote het machtige Perzië overschaduwd, was hij de Hindoekoesj overgestoken en marcheerde hij het gebied dat nu Pakistan heet binnen. Hij stichtte een wereldrijk dat zich uitstrekte van Griekenland in het westen tot Klein-Azië, de Levant en Egypte in het zuiden en Centraal-Azië, Pakistan en Kasjmir in het oosten. Maar zijn succes had hij niet alleen te danken
aan zijn eigen talent en energie; het was gebouwd op de prestaties van zijn vader.
Philippus II wist door decennia van oorlogvoering en slimme diplomatie Macedonië te verenigen en Griekenland te veroveren. Zijn zoon erfde dit alles precies op het juiste moment. Toen hij de leeftijd had om zijn geluk te beproeven en vervolgens grote faam te verwerven. Samen zorgden Philippus en Alexander ervoor dat de Griekse taal en cultuur zich verspreidden over een enorm gebied, met vergaande gevolgen. Zo werd het
Nieuwe Testament in het Grieks geschreven. Ook bleef Grieks de voertaal in het Oost-Romeinse Rijk tot aan het einde van de middeleeuwen.