“Rome werd niet in één dag gebouwd… maar brandde wel in één dag af.” Zo luidt een gezegde als waarschuwing dat succes niet meteen komt, maar wel snel weer kan verdwijnen.
Vandaag in 753 voor Christus werd Rome gesticht. Over het ontstaan van deze machtige stad zijn vele verhalen bekend, waarvan de bekendste toch wel de mythe van Romulus en Remus is. Volgens dit verhaal streden de twee broers, opgevoed door een wolvin (of prostituee, als de vertaling van het woord lupa minder letterlijk valt op te vatten), over wie de stad haar naam mocht geven. Romulus won, en zo kreeg de stad de naam Rome. Het bestaan van deze broers is waarschijnlijk enkel mythe. Toch is het jaartal een goede schatting: rond 750 voor Christus begon de bevolking in de buurt zich te organiseren.
Het wereldrijk van de Romeinen groeide uit tot een enorme omvang. De invloed hiervan heeft veel beïnvloed. Zo is de afkorting SPQR (vertaald: “de senaat en het volk van Rome”) nog steeds overal in Europa te vinden. Hoe dit kon? Met het beste beroepsleger dat de wereld ooit gekend heeft, volgens Adrian Goldsworthy. In zijn boek De glorie van Rome legt hij uit waarom.
In De glorie van Rome beschrijft bestsellerauteur Adrian Goldsworthy de werking en de invloed van het Romeinse leger, het beste beroepsleger dat de wereld ooit heeft gekend. De legioenen waren niet ‘slechts’ uit op de overwinning, maar ook op de totale vernietiging van hun vijanden. Deze agressieve Romeinse oorlogsvoering creëerde een enorm rijk, dat voor een groot deel gekenmerkt werd door vrede en welvaart. Goldsworthy brengt de alliantie tussen politiek en militaire macht in beeld.
Adrian Goldsworthy studeerde klassieke en moderne geschiedenis aan de universiteit van Oxford en promoveerde daar op de oorlogsmachine van het Romeinse leger. Daarna was hij onder meer verbonden aan de universiteiten van Cardiff en Londen. De laatste jaren legt hij zich volledig toe op het schrijven. Hij woont in Zuid-Wales.