Stilstaan bij de Joodse cultuur
Op de eerste zondag van september vieren we jaarlijks de Europese Dag van de Joodse Cultuur. Deze dag wordt sinds 1999 gevierd en staat in het teken van het ontdekken en waarderen van de rijke geschiedenis en tradities van het Joodse geloof. Het is een moment om stil te staan bij zowel het verleden als het heden van Joodse gemeenschappen. Zo biedt deze dag ook een belangrijk moment om stil te staan bij de impact van de Tweede Wereldoorlog op het Jodendom in Europa. Hieronder zetten wij een aantal van deze verhalen voor u op een rij.
Mijn moeders moed
Mijn moeders moed is het levensverhaal van Malka Levine. De twee jaar oude Malka en haar gezin schuilen tijdens de pogrom van augustus 1942 onder de vloerplanken van hun gettohuis in Volodymyr-Volynskyi (toen Polen, nu Oekraïne). Wanneer de nazi’s het huis binnenvallen offert vader Moshe zich op zodat moeder Rivka en de kinderen niet gevonden zullen worden. Net voordat hij het luik in de vloer sluit zegt Moshe de laatste woorden die hij ooit tegen zijn vrouw zal uitspreken: Red de kinderen.
Malka overleefde de Holocaust dankzij haar moeders moed, vindingrijkheid en wilskracht. De verschikkingen die Malka tijdens de oorlog meemaakt zullen haar voor altijd bij blijven, maar zo ook iedereen die het gezin helpt.
Foute vrouwen
In Foute vrouwen tekent Paul van de Water opmerkelijke levensverhalen op van Nederlandse en Vlaamse vrouwen die collaboreerden of op andere manieren de bezetter hielpen tijdens WO2.
Eenderde van alle leden van de NSB was vrouw. Toch is er nauwelijks onderzoek gedaan naar hun beweegredenen en hun verhaal. In ‘Foute vrouwen’ onderzoekt Paul van de Water de soorten collaboratie waaraan Nederlandse en Vlaamse vrouwen zich tijdens de Tweede Wereldoorlog schuldig maakten. Soms betrof het eenvoudige kantoorbanen bij vaak verschrikkelijke organisaties, soms ging het om actieve Jodenjaagsters. Opvallende geschiedenissen die Paul van de Water in Foute vrouwen beschrijft zijn die van de Amsterdamse Ans van Dijk, de Vlaamse Irma Laplasse en jeugdboekenschrijfster Tonny Vos-Dahmen von Buchholz.
Het meisje uit het Joodse getto
Het meisje uit het Joodse getto van Amira Keidar is het indringende, waargebeurde verhaal van Rachel, die dankzij de moed van mensen om haar heen wordt gered van deportatie.
Het meisje uit het Joodse getto begint in Polen, 1941. In het getto van Siedlce, een klein stadje ten oosten van Warschau, wordt een meisje geboren. Ze krijgt de naam Rachel, maar haar ouders noemen haar liefkozend ‘Lalechka’. Terwijl de liquidatie van het getto al begonnen is, smokkelt vader Jacob zijn vrouw en dochter het getto uit. Moeder Zippa brengt haar kind, met alle risico’s van dien, naar twee oude vriendinnen, Irena en Sophia. Zij nemen de zorg voor het meisje op zich. Zippa keert terug naar Jacob, wetende welk vreselijk lot hun te wachten staat.
Het meisje uit het Joodse getto is gebaseerd op het dagboek dat Zippa, samen met haar dochter, achterliet.
Wil jij ook wekelijks nieuws ontvangen over onder andere nieuwe geschiedenisboeken en acties? Meld je dan nu aan voor de nieuwsbrief van Uitgeverij Omniboek!