Wedloop tussen wetenschappers en vervalsers

Vandaag verscheen Bedrieglijk echt, het nieuwe boek van Jona Lendering. U kunt het boek tot en met 6 april 2020 bestellen voor € 15,00 zonder verzendkosten via Boekenwereld.

Wie zich bezighoudt met papyrologie – dat wil zeggen: de bestudering van teksten uit de wereld van de oude Grieken, Romeinen, Joden en Egyptenaren – betreedt een spannende wereld, want zulke teksten worden doorgaans alleen gevonden in exotische gebieden: de Egyptische woestijn bijvoorbeeld, of de grotten bij de Dode Zee. Helaas zijn het niet alleen bona fide wetenschappers die zich ermee bezighouden. Er zijn ook vervalsers. Dat is niet zo vreemd, want antieke teksten zijn simpel na te maken en er is grof geld mee te verdienen. Hier is uw gids om schatstinkendrijk te worden.

Tekst door Jona Lendering

Stap één: maak lokaas

Om aan een papyrus te verdienen is natuurlijk in de eerste plaats een blad papyrus nodig met een antieke tekst. Er is slechts een marginale kennis nodig van een oude taal, zoals blijkt uit het geval van de onbekende vervalser die twee Bijbelverzen op een snipper perkament schreef die homoseksualiteit verbieden, ze presenteerde als fragment van de Dode Zee-rollen en vervolgens aanbood aan de conservatieve Amerikaanse christen Steve Green. Die stelde weinig vragen en kocht het voor een hoog bedrag aan. De vervalser had begrepen dat het zaak is een tekst te produceren die een koper zó graag wil hebben dat die zijn kritische zin verliest.

Stap twee: maak de tekst

Het is nu zaak het zó op te schrijven dat het oud oogt. Ook dat vergt weinig inspanning. Al sinds de negentiende eeuw benutten vervalsers antiek schrijfmateriaal, dat voor een schijntje te koop is op internet. Een koolstofdatering zal dus altijd uitwijzen dat de snipper papyrus of het perkamentfragment echt oud is. Een vervalser kan ontmaskering door spectroscopisch onderzoek omzeilen door zijn inkt te maken volgens de antieke receptuur (koolstof, water en Arabische gom).

De onderzoeksmethoden waarmee wetenschappers kunnen vaststellen dat iets vals is, zijn dus simpel te omzeilen, en er bestaan – afgezien van een gecontroleerde archeologische opgraving – geen methoden om echtheid vast te stellen. Soms beweren oudheidkundigen dat de beheersing van een antieke taal zo goed is dat ze duidt op authenticiteit. De aanname is dan dat de eigen collega’s nooit op het verkeerde pad zouden gaan. Dat zo’n beroep op fatsoen een drogreden is, bleek bij de zogenaamde Artemidorospapyrus, die volgens classici echt moest zijn. In 2019 kwam uit dat het een moderne vervalsing was.

 

Stap drie: drijf de prijs op

Het probleem van een vervalser is dus niet dat het moeilijk zou zijn een geloofwaardige papyrus te vervaardigen. De feitelijke moeilijkheid is dat zijn prooi moet vernemen dat er iets bestaat dat hij hebben wil. En nog een obstakel: er moet een geloofwaardig verhaal zijn waarom de tekst, ook al komt hij niet uit een gecontroleerde opgraving, toch vertrouwen verdient.

Eén manier is om de papyrus te laten exposeren, een andere is truc is om een wetenschapper een publicatie te laten doen. De Artemidorospapyrus is opnieuw een voorbeeld: geëxposeerd in Italië en tweemaal in Duitsland, ter inzage gegeven aan enkele onderzoekers die een voorlopige publicatie deden. Op deze manier wist de vervalser bekend te krijgen dat er iets interessants op de markt was én deze te legitimeren via vertrouwenwekkende instellingen als musea en universiteiten. Iets anders geformuleerd: het feitelijke probleem, het ontbreken van informatie over de opgraving waar het object vandaan kwam, werd verborgen onder een laag geruststellende informatie. Deze praktijk heet brownwashing omdat bruine verf het meest geschikt is om onregelmatigheden te verbergen.

Stap vier: laat voor rookgordijnen zorgen

Uiteraard schrijven de academische en museale gedragscodes controleerbaarheid en transparantie voor. Eigenlijk zouden museummedewerkers en wetenschappers geen medewerking mogen verlenen aan de uitgave van papyri zonder duidelijke herkomst. Dat het desondanks gebeurt, is een van de mysteriën van de hedendaagse oudheidkunde. Een mogelijke verklaring is – om een sportmetafoor te gebruiken – dat de druk om te scoren hoog is en de verleiding de spelregels te overtreden navenant groot.

De smoezen zijn overeenkomstig voorspelbaar: “in het lab zullen ze zeggen of het echt is” (onmogelijk), “de beheersing van de oude taal is te goed voor een vervalser” (bewezen onzin), “ik ben filoloog en weet niets van de materiële kant van de tekst” (geef de tekst dan niet uit), “mijn collega is betrouwbaar” (heel humaan maar wetenschap draait om controleerbaarheid, zeker in een fraudegevoelig specialisme). Academici hebben al deze rookgordijnen opgetrokken bij het schandaal rond het Evangelie van de Vrouw van Jezus – hoewel deze smoesjes al daarvóór waren doorgeprikt. Wie het niet verontrustend vindt dat wetenschappers zwamverhalen ophangen, heeft het niet begrepen.

Stap vijf: take the money and run

Wat resteert is de verkoop. Daarvoor bestaan besloten veilingen, waarbij een veilinghuis bemiddelt tussen een anonieme verkoper en een zeer beperkt aantal geïnteresseerden, zonder openbare aanbieding. Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij enkele fragmenten van de Griekse dichteres Sapfo.

Moeilijk is het dus allemaal niet. De vervalser hoeft bovendien nergens bang voor te zijn. Om nog één keer de Artemidorospapyrus te noemen: vanaf de “ontdekking” waren er twijfels maar de vervalser verkocht die desondanks voor bijna drie miljoen euro. De politie kon weinig doen omdat wetenschappers instonden voor de echtheid. Toen het onderzoek er toch kwam en laboranten vaststelden dat het een vrij knullige vervalsing was – er waren sporen van een metaal dat in de Oudheid niet werd gebruikt – was het te laat: het misdrijf was inmiddels verjaard.

Wilt u hier nog meer over weten? Vandaag is het boek Bedrieglijk echt van Jona Lendering verschenen.
U kunt het boek tot en met 6 april 2020 voor € 15,00 zonder verzendkosten bestellen bij Boekenwereld.