Groot-Brittannië stond op het punt de oorlog te verliezen toen William Stephenson (‘Onze man in New York’) in juni 1940 in de Verenigde Staten aankwam. Hij had orders van de Britse geheime dienst MI6 gekregen om de Amerikaanse publieke opinie te ‘regelen’. Maar liefst 86% van de Amerikaanse bevolking was erop tegen dat hun land ten strijde zou trekken tegen nazi-Duitsland. Maar dit zou snel veranderen.
Degenen die tegen de Amerikaanse inmenging in de oorlog waren spraken van een Brits complot om de VS in het conflict trekken. Zij vreesden dat de Britten op de een of andere manier de Amerikaanse media overspoelden met ‘nepnieuws’. Maar ook dat zij infiltreerden in lobbyorganisaties, opiniepeilingen vervalsten en zich bemoeiden met de Amerikaanse politiek.
Schokkende feiten, maar het was waar. Deze waarheid wordt nu voor het eerst onthuld door Henry Hemming. De auteur had toegang had tot voorheen geheime documenten, waaronder de dagboeken van zijn eigen grootouders. Zij waren kort onderdeel van ‘de meeste effectieve beïnvloedingscampagne ooit’, zoals de Washington Post het noemde. Stephenson was een buitenbeentje en een vat vol tegenstrijdigheden, maar wat hij deed veranderde het verloop van de geschiedenis.
Over de auteur
Henry Hemming (1979) is een Britse non-fictieschrijver. Hij staat bekend om zijn verhalende stijl. Hij schreef onder meer het ook verfilmde M: Maxwell Knight, MI5’s Greatest Spymaster. Hemmings vader werd als peuter van verdrinking gered door William Stephenson.